Hoe komt mentorschap tot stand?

In de eerste plaats kan iemand zelf om de maatregel vragen. De partner kan ook een verzoek doen, net zoals de familie tot in de vierde graad. Dat zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen en ook broers en zussen, ooms, tantes, neven en nichten.

Daarnaast kan de officier van justitie mentorschap verzoeken. Dit is van belang als er geen familie meer is die het verzoek kan doen, of als de familie goede redenen heeft om het verzoek zelf niet te doen. De betrokkene kan het de familie zo kwalijk nemen, dat de verhoudingen binnen de familie te zeer worden beschadigd.

Ook kan mentorschap worden aangevraagd door de woonvoorziening of instelling waar de betrokkene verblijft. Men moet dan wel vermelden waarom de partner van de betrokken persoon, of de bloedverwanten in de eerste en tweede graad (ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen en broers en zussen) niet het verzoek indienen.

Tijdens een bezoek aan de huisarts komt het met regelmaat voor dat hij iets hoort of constateert over het welzijn van een cliënt. Hij kan de cliënt doorverwijzen naar een hulpverlener, ouderenadviseur of maatschappelijk werk, die indien nodig een mentor kan zoeken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *